maandag 16 maart 2015

quest 3 swot analyse na feedback

Voor de uitwerking van quest 3 maken we een swot analyse onze eigen school. We gaan uit van door ons leerteam gekozen scenario 'plaats afhankelijk en lerende aan het stuur'
Nav de feedback van een van mijn leerteam-genoot heb ik de swot aangepast.

De zwakten en kansen waren omgedraaid. Deze heb ik nu aangepast. Ook de inhoud heb ik aangepast nav de feedback.


Sterkten:
- Professionele ontwikkeling van docenten krijgt veel aandacht. 
       Zoals ook beschreven in het schoolplan Ds. Piersoncollege (2014) gaan ze uit van leraren met lef. Trajecten zoals effectief onderwijs en coaching on the job maken daar deel van uit.
       De directie ondersteunt hierin met tijd en geld. Ook de Pierson Academy waar men van en met elkaar leert maakt hier deel van uit. Ook worden de docenten aangemoedigd om deel te nemen aan trajecten zoals School aan Zet, onderwijskundig meesterschap in ORION verband en momenteel verkent men de mogelijkheden van LEERkracht. 
        Voorloper op het gebied van het gebruik van IT.
       De school vindt de inzet en gebruik van IT onlosmakelijk verbonden met onderwijs. Alle lokalen hebben smartboards, iedere jaarlaag heeft een eigen goed geoutilleerd Open Leer Centrum en er is overal wifi in de school. Momenteel is er een pionierspilot in de atheneum 1 klassen. Alle leerlingen hebben een chromebookje gekregen. De docenten in dit traject verkennen de mogelijkheden en bij een positieve evaluatie zal deze pilot worden ingezet om dat langzaam naar alle klassen uit te breiden.
     - Leerlingen al voor een deel aan het stuur.
     Om de leerlingen in de bovenbouw havo/vwo meer zelfsturend te laten zijn, zijn er keuze werktijd uren (KWT) ingevoerd. Het doel van deze uren is dat leerlingen 1/3 van de lestijd ingezet kan worden naar eigen inzicht zodat de leerling zelf een inschatting kan maken welk vak meer aandacht behoeft dan het andere vak. KWT zorgt voor meer zelfstandigheid. Die zelfstandigheid sluit ook aan bij de eisen van de vervolgopleidingen. Ook op vmbo-t 4 zijn er plannen voor flexuren. Met als doel meer maatwerk mogelijk voor de leerling is.
   - Toets beleid en portfolio ontwikkeling
      Door de doorontwikkeling van het toetsbeleid  wordt er KIT en RITT getoetst. Momenteel is er een discussie gaande of toetsen wel moet. Toetsen als diagnose in plaats van afrekenen is de onderliggende gedachte van de discussie. Als we het scenario volgen zou het opbouwen van een portfolio een logisch gevolg zijn van het veranderende toetsbeleid. In dat portfolio zouden dan alle behaalde competenties, behaalde levels en andere activiteiten kunnen worden opgenomen.
     Verbinding met vervolgopleiding en netwerken.
       De school neemt deel aan ORION. Dat is een samenwerkingsverband van onafhankelijke scholen. Deze samenwerking zorgt voor professionalisering van docenten/directie, intervisie en kennisdeling. Daarnaast is er aandacht voor LOB, stages en brede contacten met de vervolgopleidingen.

Z  Zwakten: 
    - De leerling zitten in vaste leerjaren en -niveaus.
      Om een echte omslag te kunnen maken naar lerende aan het stuur en het daarbij behorende maatwerk is het wenselijk dat mettertijd de vaste leerjaren en niveaus losgelaten zouden kunnen worden. Nu is de structuur zodanig dat dat nog niet mogelijk is.
    - Beperkte flexibele inzetbare ruimtes.
      De schoolstructuur met de vaste lokalen en de daarbij behorende bus-opstelling is niet uitnodigend voor onderzoeksgericht onderwijs. Om dat te kunnen realiseren is het noodzakelijk om ruimtes flexibel te kunnen inzetten. Zodat instructie en zelfstudie en werkgroepen enz. naast elkaar kunnen plaatsvinden.
-   - Docenten werken methode gericht.
      Veel docenten werken op school met een vaste methode. Methodes zorgen zelden voor maatwerk. Dat werkt teaching to the test in de hand. Voor het schrijven van een eigen methode en vertrouwen op eigen kunnen is er vaak handelingsverlegenheid. 
     
          Kansen:

    - Intensieve samenwerking met het bedrijfsleven en instanties
      In het scenario van het flexibel leercentrum is de samenwerking met het bedrijfsleven en instanties van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de lerende. De leerling is er gebaat bij als ze kennis maken met het werkveld en daar al doende kunnen leren. Lob is daarvan een voorloper. Op de Pierson is er in in alle jaren lob. De lob sluit in beperkte mate aan bij de behoeften van de leerling. 
    - Gepersonaliseerd leren
     Met de invoering van passend onderwijs is er een begin gemaakt met gepersonaliseerd leren. Ook 
    differentatie sluit daar bij aan. Door de investering die nu gedaan worden in de ontwikkeling van IT komt het gepersonaliseerd leren steeds dichterbij. De Pierson is recent een pilot gestart waar de atheneum 1 brugklassen hun eigen devices hebben waarmee leren en ontwikkelen digitaal wordt ondersteund.
    - Portfolio ontwikkeling in de vorm van plusdocument.
     . Het ontwikkelen van dat plus document zorgt voor een brede weergave van de ontwikkeling van de leerling. Ook bij vervolgstudies en cv opbouw is dit document heel bruikbaar. Momenteel geeft het ds Pierson alleen de atheneum leerlingen bij hun diploma een getuigschrift van alle extra activiteiten die ze tijdens hun vo- carrière hebben ondernomen. Het doel is om in alle jaarlagen een getuigschrift bij het diploma mee te geven. Dit sluit aan bij het voornemen van het plus document uit het sectorakkoord (ministerie OCW, 2014)

     Bedreigingen:

     - Krimp in de regio.
      De leerling aantallen in Brabant lopen terug. Dat betekent ook minder financiële middelen vanuit de regering. En dat zorgt dan voor minder investeren in het aanpassen van schoolgebouw aan de toekomst en in de investering van IT. Dat vertraagt het veranderingsproces.
    - Docent is opgevoed met bestaand schoolsysteem.
     De veranderende visie op op onderwijs vraagt om een grote aanpassing van de docenten. Docentgestuurd onderwijs zit haast in de genen van de docent. Op het ds. Piersoncollege is dat niet anders. Er zijn bestaande niveaus verdeeld in leerjaren. Het loslaten van het bekende brengt veel onzekerheid.
    - Beperkte it vaardigheden docenten.
      It vaardigheden zijn voor de meeste docenten niet vanzelfsprekend. Het aanleren van die vaardigheden en de toepassing daarvan vraagt tijd en oefening. Ict wordt vaak gebruikt ter ondersteuning en niet als onderwijsvorm ( Voogt et al., 2013) Veel van de docenten ervaren dat als werkdruk. Hierdoor komt de verandering traag op gang. 
   - Docenten denken vanuit sturing docent, niet vanuit de ontwikkeling leerling  
     Waarom anders doen wat best goed werkt? De lerende aan het stuur vraagt om vertrouwen in het eigen kunnen van de lerende. En van het loslaten van de klassieke visie op docentschap. Op de Pierson wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van de 21ste century skills. 








Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2014). Toekomstgericht funderend onderwijs.Den Haag

Voogt, J. M., Braak, V. J., Heitink, M., Verplanken, L., Fisser, P., & Walraven, A. (2013). Didactische ICT bekwaamheid van docenten.






 .

zaterdag 14 maart 2015

Quest 3 Swot analyse

Voor de uitwerking van quest 3 maken we een swot analyse onze eigen school. We gaan uit van door ons leerteam gekozen scenario 'plaats afhankelijk en lerende aan het stuur'
Deze post is een concept. Na de feedback van een van mijn leerteam-genoot pas ik het aan en volgt er een definitieve versie in een nieuw bericht

Visualisatie van de SWOT



Krachten van het Ds. Piersoncollege:

- Professionele ontwikkeling van docenten krijgt veel aandacht. 
     Zoals ook beschreven in het schoolplan Ds. Piersoncollege (2014) gaan ze uit van leraren met lef. Trajecten zoals effectief onderwijs en coaching on the job maken daar deel van uit.
     De directie ondersteunt hierin met tijd en geld. Ook de Pierson Academy waar men van en met elkaar leert maakt hier deel van uit. Ook worden de docenten aangemoedigd om deel te nemen aan trajecten zoals School aan Zet, onderwijskundig meesterschap in ORION verband en momenteel verkent men de mogelijkheden van LEERkracht.
        Voorloper op het gebied van het gebruik van IT.
       De school vindt de inzet en gebruik van IT onlosmakelijk verbonden met onderwijs. Alle lokalen hebben smartboards, iedere jaarlaag heeft een eigen goed geoutilleerd Open Leer Centrum en er is overal wifi in de school. Momenteel is er een pionierspilot in de atheneum 1 klassen. Alle leerlingen hebben een chromebookje gekregen. De docenten in dit traject verkennen de mogelijkheden en bij een positieve evaluatie zal deze pilot worden ingezet om dat langzaam naar alle klassen uit te breiden.
     - Leerlingen al voor een deel aan het stuur.
     Om de leerlingen in de bovenbouw havo/vwo meer zelfsturend te laten zijn, zijn er keuze werktijd uren (KWT) ingevoerd. Het doel van deze uren is dat leerlingen 1/3 van de lestijd ingezet kan worden naar eigen inzicht zodat de leerling zelf een inschatting kan maken welk vak meer aandacht behoeft dan het andere vak. KWT zorgt voor meer zelfstandigheid. Die zelfstandigheid sluit ook aan bij de eisen van de vervolgopleidingen. Ook op vmbo-t 4 zijn er plannen voor flexuren. Met als doel meer maatwerk mogelijk voor de leerling is.
   - Toets beleid.
      Door de doorontwikkeling van het toetsbeleid  wordt er KIT en RITT getoetst. Momenteel is er een discussie gaande of toetsen wel moet. Toetsen als diagnose in plaats van afrekenen is de onderliggende gedachte van de discussie.  
      
   Kansen:

   - Verbinding met vervolgopleiding en netwerken.
     De school neemt deel aan ORION. Dat is een samenwerkingsverband van onafhankelijke scholen. Deze samenwerking zorgt voor professionalisering van docenten/directie, intervisie en kennisdeling. Daarnaast is er aandacht voor LOB, stages en brede contacten met de vervolgopleidingen.
   - Gepersonaliseerd leren
     Door de investering die nu gedaan worden in de ontwikkeling van IT komt het gepersonaliseerd leren steeds dichterbij. In de Pionierspilot in ath.1 gebeurd dat in het klein. Met tot nu toe veelbelovende resultaten. 
   - Portfolio ontwikkeling in de vorm van plusdocument.
     Momenteel krijgen alleen de atheneum leerlingen bij hun diploma een getuigschrift van alle extra activiteiten die ze tijdens hun vo carrière hebben ondernomen. Het doel is om in alle jaarlagen een getuigschrift bij het diploma mee te geven. Dit sluit aan bij het voornemen van het plus document uit het sectorakkoord (ministerie OCW, 2015)
     
   Zwakten: 

  - De leerling zitten in vaste leerjaren en -niveaus.
    Om een echte omslag te kunnen maken naar lerende aan het stuur en het daarbij behorende maatwerk is het wenselijk dat mettertijd de vaste leerjaren en niveaus losgelaten zouden kunnen worden. Nu is de structuur zodanig dat dat nog niet mogelijk is.
   - Beperkte flexibele inzetbare ruimtes.
     De schoolstructuur met de vaste lokalen en de daarbij behorende bus-opstelling is niet uitnodigend voor onderzoeksgericht onderwijs. Om dat te kunnen realiseren is het noodzakelijk om ruimtes flexibel te kunnen inzetten. Zodat instructie en zelfstudie en werkgroepen enz. naast elkaar kunnen plaatsvinden.
-  - Docenten werken methode gericht.
     Veel docenten werken op school met een vaste methode. Methodes zorgen zelden voor maatwerk. Dat werkt teaching to the test in de hand. Voor het schrijven van een eigen methode en vertrouwen op eigen kunnen is er vaak handelingsverlegenheid. 

I    Bedreigingen:

     - Krimp in de regio.
      De leerling aantallen in Brabant lopen terug. Dat betekent ook minder financiële middelen vanuit de regering. En dat zorgt dan voor minder investeren in het aanpassen van schoolgebouw aan de toekomst en in de investering van IT. Dat vertraagt het veranderingsproces.
    - Docent is opgevoed met bestaand schoolsysteem.
     De veranderende visie op op onderwijs vraagt om een grote aanpassing van de docenten. Docentgestuurd onderwijs zit haast in de genen van de docent. Op het ds. Piersoncollege is dat niet anders. Er zijn bestaande niveaus verdeeld in leerjaren. Het loslaten van het bekende brengt veel onzekerheid.
    - Beperkte it vaardigheden docenten.
      It vaardigheden zijn voor de meeste docenten niet vanzelfsprekend. Het aanleren van die vaardigheden en de toepassing daarvan vraagt tijd en oefening. Veel van de docenten ervaren dat als werkdruk. Hierdoor komt de verandering traag op gang. 
   - Docenten denken vanuit sturing docent, niet vanuit de ontwikkeling leerling  
     Waarom anders doen wat best goed werkt? De lerende aan het stuur vraagt om vertrouwen in het eigen kunnen van de lerende. En van het loslaten van de klassieke visie op docentschap. Op de Pierson wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van de 21ste century skills. 



dinsdag 10 maart 2015

Brainstormen over quest 3 SWOT analyse

De eisen zijn:

- Beschrijving 3 elementen per categorie van SWOT (4x2= 8p) 

- Beschrijving van samenhang tussen de verschillende categorieën van SWOT (1p) 

- Beschrijving van benutting peerfeedback (1p)




Het flexibel leercentrum

Onderwijs geven in 2030 vindt plaats in een gebouw dat bestaat uit flexibele werkruimtes. Anno 2030 wordt in deze leercentra samengewerkt met de omgeving om het leren van lerende te faciliteren, een center of expertise. Deze leercentra zijn plaatsen waar onderwijs is verbonden met het bedrijfsleven, het werkveld en andere instanties en instellingen. De plaats om onderwijs te verkrijgen is daarmee afhankelijk van de gekozen studieroute, maar de studieroute kan op verschillende plaatsen gevolgd worden. De multidisciplinaire samenwerking met het werkveld en het bedrijfsleven is door de leercentra afgelopen jaren opgezet en uitgebouwd. Daardoor zijn er inmiddels voldoende bedrijven en instellingen met diverse werksituaties om voor elke lerende een passende leeromgeving te bieden. Leercentra zijn een plek waar lerenden naast en van elkaar leren. De lerende bepaalt de studieroute en daarmee ook de plaats afhankelijke situatie. Al in 2010 werd door Kistner et al. (2010) beschreven dat het vermogen om het eigen leren te reguleren, steeds belangrijker zou worden vanwege ‘een leven lang leren’ dat door de maatschappij vereist zou worden. Ook Volman en Ledoux (2011) spraken in 2011 over dat het goed zou zijn als de lerende zelf kon bepalen waar ze mee bezig wilden zijn en dat de lerende daarmee de eigen talenten konden ontdekken. Zo kwam er steeds meer vrijheid om jezelf te ontwikkelen (Biesta, 2014) en werden vakken leergebieden waar de lerenden op verschillende manieren aan konden werken. Naast de personalisering van de eigen leerroute is het krijgen van feedback heden ten dagen in 2030 de normaalste zaak van de wereld geworden. Het geven van feedback en krijgen van (peer) feedback is een vast onderdeel van het programma (Hattie & Timperly, 2007). Leermiddelen zijn gepersonaliseerd zoals in 2014 al werd geschreven door Ouden, Valkenburg en Brok (2014). Deze leermiddelen zijn de afgelopen 15 jaar doorontwikkeld. De lerende heeft een eigen app voor het opbouwen van een portfolio. Diploma’s, die in 2015 nog van grote waarde waren, zijn afgeschaft en door het opbouwen van een portfolio ontwikkeld iedere lerende zijn “eigen marktwaarde”(Staes, 2012). De lerende bouwt dit portfolio op vanaf het eerste jaar dat er onderwijs gevolgd wordt en bevat een leven lang aantoonbaar materiaal voor zowel de schoolcarrière als de maatschappelijke carrière die daarop volgt. Dit portfolio wordt door de overheid gefaciliteerd in de cloud op een beveiligde plaats.

Belangrijke dingen onderstreept...
Daarna op papier verder: