maandag 20 april 2015

tot slot!

Wat een geweldige Challenge Day!
Ik heb er van genoten! Mooie dingen gezien en gehoord.
Maar vooral hebben we met elkaar samen gewerkt, veel van elkaar geleerd en voor het eerst was het mogelijk om echt in mijn team mezelf te ontwikkelen. Een ieder heeft zijn aandeel geleverd op zijn eigen manier. 
21st century skills tot en met in het up to the future team!

Reactie op ontvangen feedback van Wyb

Deze vraag van Wyb stond op ons groeps blog.
Alvast een vraag voor Saskia en ook het team. Het toekomstbeeld is erg ingestoken op de ict. Bij Pierson is het gebrek aan ict ervaring de hobbel die genoemd wordt en dan komt alles goed. welke factor na ict vind je de meest cruciale factor(en) en waarom?

  1. He Wyb,
    in ons toekomst beeld is inderdaad erg gericht op ict. Bij het ontwikkelen van ons scenario hebben we ict en globalisering als drijvende krachten genomen. We zijn van mening dat de ict een enorme vlucht gaat nemen en dat leerling gestuurd onderwijs alleen optimaal kan worden ingezet als de ict daarin mee ontwikkelt.

    Dan je vraag over de Pierson. Ik denk dat het gebrek aan ict ervaring een van de mogelijke factoren is en niet de enige. Naast ervaring is er ook handelingverlegenheid, vast zitten in gewoontes/gebruiken, vernieuwingsmoeheid en ook de overtuiging dat het toch zo goed is er ook speelt.
    Zoals ik ook in mijn swotanalyse en mijn post over de kansen van het door ons geschetste scenario op de Pierson omschrijf is veranderen een proces van beneden af waar de early adopters een verandering teweeg brengen en dat als een olievlek kan uitspreiden.
    Dus na ict is de veranderingsgezindheid en de intrinsieke motivatie de meest cruciale factoren. Zonder aanjagers van binnenuit komt het veranderingsproces maar langzaam op gang.


Feedback aan Patrick van Game Set Match

Ter voorbereiding van de Challenge Day heb ik feedback gegeven aan Patrick.
Onderstaand de linkjes naar de feedbackkaarten die gemaakt zijn door ons geweldige Challenge team.

feedback aan Patrick

Feedback aan het Challenge Day Team voor Geert

Zoals afgesproken in het feedback schema heb ik Geert van het Challenge Day team feedback gegeven.

De feedback voor Geert:

Feedback voorafgaande aan de Challenge Day

Ter voorbereiding van de Challenge Day heb ik feedback gegeven aan Wyb.
Onderstaand de linkjes naar de feedbackkaarten die gemaakt zijn door ons geweldige Challenge team.

feedback aan Wyb

Feedback gekregen van Geert en Wyb

Van Geert heb ik onderstaande feedback gekregen:


Dag Saskia,
Ik heb je Blog bekeken en zag dat 16 maart het laatste bericht was waarin je je Quest 3 feedback in hebt verwerkt. Je SWOT aangevuld met de feedback maakt het en duidelijk en goed verhaal.
Bij Quest 2 heb je een mooie onderbouwing gegeven waarom je voor een ander scenario kiest als het team. Je beschrijft wel dat je voor het zelfde kiest, volgens mij bedoel je een ander scenario.
Het Blog bericht van 20 feb zou mij helemaal radeloos maken. Het ziet er wel spectaculair uit die Mindmap en voor jou werkt het blijkbaar wel. Vooral blijven doen.
Je filmpjes heb ik niet allemaal afgekeken, het waren er voor mij teveel, wel geeft het een duidelijk beeld voor de ‘neutrale toeschouwer’.
Van jouw Quest 1 was ik onder de indruk, je schets een voor mij duidelijk verhaal. Hier gaat onderwijs over en de kracht van de docent.

De laatste loodjes en dan zit dit LA er voor je op. Probeer deze week nog wat aanvullingen te doen op je Blog en dan is het verder aan de Gamemasters om je verder te beoordelen.
Veel succes met het verwerken en veel plezier op de Challenge Day.




Van Wyb heb ik de volgende feedback gekregen:

P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
Tip: je blik naar buiten lijkt zich te beperken tot de school. Logisch als er zoveel innovatie binnen de school afspeelt. Ook op andere innovatieve scholen (hoe doen jullie dat?) en in bedrijven is er veel te leren.
Top: Je kijkt buiten je eigen klaslokaal, doordat je samen met je collegae leert. Daarbij is er ondersteuning van “School aan zet:” en “Leerkracht”. Orion speelt rol m.b.t. professionaliseren.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Tip: oplossingen voor de obstakels uit je SWOT zou je bij collegae buiten de school kunnen zoeken.
Top: je meewerkende houding als het gaat om professionaliseren van de collegae is top. In de SWOT zet je een prima diagnose van de huidige situatie weg.
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
Tip: onderzoek je eigen waarden m.b.t. leiderschap en collegialiteit. Misschien kun jij een leider zijn voor jouw docentgerichte collegae. Onderzoek sociale innovatie.
Top: Pierson is al innovatief met ICT en KWT. inderdaad "up to the future". En aan jou zal het niet liggen!


Vragen:

Willen leerlingen zelf aan het stuur? Wat weet je daarvan? Hoe krijgt de school daar zicht op? Team: film heeft focus vnl. op ICT gebruik. Hoe is de sociale verbondenheid (Deci&Ryan) gewaarborgd in jullie scenario?


Dank je wel voor jullie feedback Geert en Wyb.
Ik ga jullie feedback verwerken in mijn blog.
Veel succes en plezier op de Challenge Day.
































woensdag 15 april 2015

De kansen van het door ons (up to the future) geschetste scenario op het ds. Piersoncollege



Het ds. Piersoncollege is een middelgrote vo school. Qua vernieuwing zeker geen voorloper maar wel in beweging richting een andere kijk tegen over onderwijs. Professionalisering staat hoog in het vaandel en er wordt met een kritische blik gekeken of het onderwijs wat we bieden wel aansluit bij de behoeften en noden van de leerling passend in de tijd van nu.

Het flexibele leercentrum wat we schetsen in ons scenario is al een klein beetje zichtbaar in het door ons geboden onderwijs. Een van de speerpunten uit schoolplan is de leerling aan het stuur. Dat zie je nu in beperkte mate terug in de onderbouw waar de leerling zelf besluit voor welke vakken extra ondersteuning nodig is en daar zelf aktie op onderneemt. In de bovenbouw is er keuze werktijd (kwt) waar de leerlingen 1/3 van de lestijd op eigen wijze en naar eigen visie kan inzetten. Is duits moeilijk dan kies je 2 x kwt duits. Dan heb je 4 uur duits per week ipv 2 uur per week. Differentiatie en meer eigen keuze (dus motivatie) zou meer en effectiever leren teweeg brengen. In het flexibele leercentrum is leren volledig gepersonaliseerd en vanuit intrinsieke motivatie opgebouwd. Daar zijn we nog niet en om daar te komen is er een cultuuromslag nodig.

Op het moment wordt er verbouwd in de school. Alle  jaarlagen krijgen een eigen open leercentrum waar er op verschillende manieren kan worden gewerkt. Individueel, maar ook in groepen. Wifi is er in de school en volgend jaar hebben 2 jaarlagen een eigen chromebook ter beschikking. Wel is het zo dat de docenten zich vaak nog niet voldoende vaardig voelt op ict gebied. Het flexibele leercentrum vraagt daar wel om. In beperkte mate werken we nu met de 21st century skills. Deze zijn versnipperd over de vakken. De meeste vakken ( en geen leergebieden zoals geschetst in ons scenario) worden klassikaal en docent gestuurd aangeboden. Ict en sk (scrum) zijn daar een uitzondering op. 

De docent als coach is een onderwerp wat op het moment ontwikkeld wordt. Oplossingsgericht begeleiden/ positieve psychologie is vanuit de eerste klas in middels uitgewaaierd naar klas 3. Een mooie start naar nog meer vernieuwingen. Nog wel steeds in de kinderschoenen.

Zoals ik ook in mijn SWOT analyse heb geschetst zijn er al best een aantal mooie dingen gaande. Maar om bij het door ons geschetste scenario uit te komen is er nog wel wat te doen. Leergebieden, gepersonaliseerd leren, maatwerk, gericht op talent ontwikkeling enz..
Contact met het bedrijfsleven en instellingen is er nog nauwelijks. Dat kan echt veel beter.
De leerlingen zitten in vaste klassen en jaarlagen en het diploma halen ze op het niveau van het vak waar ze het slechts in zijn. Alleen echte bollebozen in het vwo kunnen in ath 5 voor enkele vakken al examen doen. 

Tot slot wil ik aanhalen dat er op school een levendige discussie en een veranderings gezinde wind waait. Ik heb bijzonder inspirerende gesprekken met allerlei verschillende collega's die iets anders willen/kunnen/verlangen in hun beroep als docent en de manier waarop we ons onderwijs vormgeven. Erg mooi en bijzonder vind ik deze gesprekken waardoor ik me onderdeel voel van een  verandering op het gebied van onderwijs samen met mijn collega's. Waar we samen leren. Docent en leerling!




maandag 16 maart 2015

quest 3 swot analyse na feedback

Voor de uitwerking van quest 3 maken we een swot analyse onze eigen school. We gaan uit van door ons leerteam gekozen scenario 'plaats afhankelijk en lerende aan het stuur'
Nav de feedback van een van mijn leerteam-genoot heb ik de swot aangepast.

De zwakten en kansen waren omgedraaid. Deze heb ik nu aangepast. Ook de inhoud heb ik aangepast nav de feedback.


Sterkten:
- Professionele ontwikkeling van docenten krijgt veel aandacht. 
       Zoals ook beschreven in het schoolplan Ds. Piersoncollege (2014) gaan ze uit van leraren met lef. Trajecten zoals effectief onderwijs en coaching on the job maken daar deel van uit.
       De directie ondersteunt hierin met tijd en geld. Ook de Pierson Academy waar men van en met elkaar leert maakt hier deel van uit. Ook worden de docenten aangemoedigd om deel te nemen aan trajecten zoals School aan Zet, onderwijskundig meesterschap in ORION verband en momenteel verkent men de mogelijkheden van LEERkracht. 
        Voorloper op het gebied van het gebruik van IT.
       De school vindt de inzet en gebruik van IT onlosmakelijk verbonden met onderwijs. Alle lokalen hebben smartboards, iedere jaarlaag heeft een eigen goed geoutilleerd Open Leer Centrum en er is overal wifi in de school. Momenteel is er een pionierspilot in de atheneum 1 klassen. Alle leerlingen hebben een chromebookje gekregen. De docenten in dit traject verkennen de mogelijkheden en bij een positieve evaluatie zal deze pilot worden ingezet om dat langzaam naar alle klassen uit te breiden.
     - Leerlingen al voor een deel aan het stuur.
     Om de leerlingen in de bovenbouw havo/vwo meer zelfsturend te laten zijn, zijn er keuze werktijd uren (KWT) ingevoerd. Het doel van deze uren is dat leerlingen 1/3 van de lestijd ingezet kan worden naar eigen inzicht zodat de leerling zelf een inschatting kan maken welk vak meer aandacht behoeft dan het andere vak. KWT zorgt voor meer zelfstandigheid. Die zelfstandigheid sluit ook aan bij de eisen van de vervolgopleidingen. Ook op vmbo-t 4 zijn er plannen voor flexuren. Met als doel meer maatwerk mogelijk voor de leerling is.
   - Toets beleid en portfolio ontwikkeling
      Door de doorontwikkeling van het toetsbeleid  wordt er KIT en RITT getoetst. Momenteel is er een discussie gaande of toetsen wel moet. Toetsen als diagnose in plaats van afrekenen is de onderliggende gedachte van de discussie. Als we het scenario volgen zou het opbouwen van een portfolio een logisch gevolg zijn van het veranderende toetsbeleid. In dat portfolio zouden dan alle behaalde competenties, behaalde levels en andere activiteiten kunnen worden opgenomen.
     Verbinding met vervolgopleiding en netwerken.
       De school neemt deel aan ORION. Dat is een samenwerkingsverband van onafhankelijke scholen. Deze samenwerking zorgt voor professionalisering van docenten/directie, intervisie en kennisdeling. Daarnaast is er aandacht voor LOB, stages en brede contacten met de vervolgopleidingen.

Z  Zwakten: 
    - De leerling zitten in vaste leerjaren en -niveaus.
      Om een echte omslag te kunnen maken naar lerende aan het stuur en het daarbij behorende maatwerk is het wenselijk dat mettertijd de vaste leerjaren en niveaus losgelaten zouden kunnen worden. Nu is de structuur zodanig dat dat nog niet mogelijk is.
    - Beperkte flexibele inzetbare ruimtes.
      De schoolstructuur met de vaste lokalen en de daarbij behorende bus-opstelling is niet uitnodigend voor onderzoeksgericht onderwijs. Om dat te kunnen realiseren is het noodzakelijk om ruimtes flexibel te kunnen inzetten. Zodat instructie en zelfstudie en werkgroepen enz. naast elkaar kunnen plaatsvinden.
-   - Docenten werken methode gericht.
      Veel docenten werken op school met een vaste methode. Methodes zorgen zelden voor maatwerk. Dat werkt teaching to the test in de hand. Voor het schrijven van een eigen methode en vertrouwen op eigen kunnen is er vaak handelingsverlegenheid. 
     
          Kansen:

    - Intensieve samenwerking met het bedrijfsleven en instanties
      In het scenario van het flexibel leercentrum is de samenwerking met het bedrijfsleven en instanties van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van de lerende. De leerling is er gebaat bij als ze kennis maken met het werkveld en daar al doende kunnen leren. Lob is daarvan een voorloper. Op de Pierson is er in in alle jaren lob. De lob sluit in beperkte mate aan bij de behoeften van de leerling. 
    - Gepersonaliseerd leren
     Met de invoering van passend onderwijs is er een begin gemaakt met gepersonaliseerd leren. Ook 
    differentatie sluit daar bij aan. Door de investering die nu gedaan worden in de ontwikkeling van IT komt het gepersonaliseerd leren steeds dichterbij. De Pierson is recent een pilot gestart waar de atheneum 1 brugklassen hun eigen devices hebben waarmee leren en ontwikkelen digitaal wordt ondersteund.
    - Portfolio ontwikkeling in de vorm van plusdocument.
     . Het ontwikkelen van dat plus document zorgt voor een brede weergave van de ontwikkeling van de leerling. Ook bij vervolgstudies en cv opbouw is dit document heel bruikbaar. Momenteel geeft het ds Pierson alleen de atheneum leerlingen bij hun diploma een getuigschrift van alle extra activiteiten die ze tijdens hun vo- carrière hebben ondernomen. Het doel is om in alle jaarlagen een getuigschrift bij het diploma mee te geven. Dit sluit aan bij het voornemen van het plus document uit het sectorakkoord (ministerie OCW, 2014)

     Bedreigingen:

     - Krimp in de regio.
      De leerling aantallen in Brabant lopen terug. Dat betekent ook minder financiële middelen vanuit de regering. En dat zorgt dan voor minder investeren in het aanpassen van schoolgebouw aan de toekomst en in de investering van IT. Dat vertraagt het veranderingsproces.
    - Docent is opgevoed met bestaand schoolsysteem.
     De veranderende visie op op onderwijs vraagt om een grote aanpassing van de docenten. Docentgestuurd onderwijs zit haast in de genen van de docent. Op het ds. Piersoncollege is dat niet anders. Er zijn bestaande niveaus verdeeld in leerjaren. Het loslaten van het bekende brengt veel onzekerheid.
    - Beperkte it vaardigheden docenten.
      It vaardigheden zijn voor de meeste docenten niet vanzelfsprekend. Het aanleren van die vaardigheden en de toepassing daarvan vraagt tijd en oefening. Ict wordt vaak gebruikt ter ondersteuning en niet als onderwijsvorm ( Voogt et al., 2013) Veel van de docenten ervaren dat als werkdruk. Hierdoor komt de verandering traag op gang. 
   - Docenten denken vanuit sturing docent, niet vanuit de ontwikkeling leerling  
     Waarom anders doen wat best goed werkt? De lerende aan het stuur vraagt om vertrouwen in het eigen kunnen van de lerende. En van het loslaten van de klassieke visie op docentschap. Op de Pierson wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van de 21ste century skills. 








Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2014). Toekomstgericht funderend onderwijs.Den Haag

Voogt, J. M., Braak, V. J., Heitink, M., Verplanken, L., Fisser, P., & Walraven, A. (2013). Didactische ICT bekwaamheid van docenten.






 .

zaterdag 14 maart 2015

Quest 3 Swot analyse

Voor de uitwerking van quest 3 maken we een swot analyse onze eigen school. We gaan uit van door ons leerteam gekozen scenario 'plaats afhankelijk en lerende aan het stuur'
Deze post is een concept. Na de feedback van een van mijn leerteam-genoot pas ik het aan en volgt er een definitieve versie in een nieuw bericht

Visualisatie van de SWOT



Krachten van het Ds. Piersoncollege:

- Professionele ontwikkeling van docenten krijgt veel aandacht. 
     Zoals ook beschreven in het schoolplan Ds. Piersoncollege (2014) gaan ze uit van leraren met lef. Trajecten zoals effectief onderwijs en coaching on the job maken daar deel van uit.
     De directie ondersteunt hierin met tijd en geld. Ook de Pierson Academy waar men van en met elkaar leert maakt hier deel van uit. Ook worden de docenten aangemoedigd om deel te nemen aan trajecten zoals School aan Zet, onderwijskundig meesterschap in ORION verband en momenteel verkent men de mogelijkheden van LEERkracht.
        Voorloper op het gebied van het gebruik van IT.
       De school vindt de inzet en gebruik van IT onlosmakelijk verbonden met onderwijs. Alle lokalen hebben smartboards, iedere jaarlaag heeft een eigen goed geoutilleerd Open Leer Centrum en er is overal wifi in de school. Momenteel is er een pionierspilot in de atheneum 1 klassen. Alle leerlingen hebben een chromebookje gekregen. De docenten in dit traject verkennen de mogelijkheden en bij een positieve evaluatie zal deze pilot worden ingezet om dat langzaam naar alle klassen uit te breiden.
     - Leerlingen al voor een deel aan het stuur.
     Om de leerlingen in de bovenbouw havo/vwo meer zelfsturend te laten zijn, zijn er keuze werktijd uren (KWT) ingevoerd. Het doel van deze uren is dat leerlingen 1/3 van de lestijd ingezet kan worden naar eigen inzicht zodat de leerling zelf een inschatting kan maken welk vak meer aandacht behoeft dan het andere vak. KWT zorgt voor meer zelfstandigheid. Die zelfstandigheid sluit ook aan bij de eisen van de vervolgopleidingen. Ook op vmbo-t 4 zijn er plannen voor flexuren. Met als doel meer maatwerk mogelijk voor de leerling is.
   - Toets beleid.
      Door de doorontwikkeling van het toetsbeleid  wordt er KIT en RITT getoetst. Momenteel is er een discussie gaande of toetsen wel moet. Toetsen als diagnose in plaats van afrekenen is de onderliggende gedachte van de discussie.  
      
   Kansen:

   - Verbinding met vervolgopleiding en netwerken.
     De school neemt deel aan ORION. Dat is een samenwerkingsverband van onafhankelijke scholen. Deze samenwerking zorgt voor professionalisering van docenten/directie, intervisie en kennisdeling. Daarnaast is er aandacht voor LOB, stages en brede contacten met de vervolgopleidingen.
   - Gepersonaliseerd leren
     Door de investering die nu gedaan worden in de ontwikkeling van IT komt het gepersonaliseerd leren steeds dichterbij. In de Pionierspilot in ath.1 gebeurd dat in het klein. Met tot nu toe veelbelovende resultaten. 
   - Portfolio ontwikkeling in de vorm van plusdocument.
     Momenteel krijgen alleen de atheneum leerlingen bij hun diploma een getuigschrift van alle extra activiteiten die ze tijdens hun vo carrière hebben ondernomen. Het doel is om in alle jaarlagen een getuigschrift bij het diploma mee te geven. Dit sluit aan bij het voornemen van het plus document uit het sectorakkoord (ministerie OCW, 2015)
     
   Zwakten: 

  - De leerling zitten in vaste leerjaren en -niveaus.
    Om een echte omslag te kunnen maken naar lerende aan het stuur en het daarbij behorende maatwerk is het wenselijk dat mettertijd de vaste leerjaren en niveaus losgelaten zouden kunnen worden. Nu is de structuur zodanig dat dat nog niet mogelijk is.
   - Beperkte flexibele inzetbare ruimtes.
     De schoolstructuur met de vaste lokalen en de daarbij behorende bus-opstelling is niet uitnodigend voor onderzoeksgericht onderwijs. Om dat te kunnen realiseren is het noodzakelijk om ruimtes flexibel te kunnen inzetten. Zodat instructie en zelfstudie en werkgroepen enz. naast elkaar kunnen plaatsvinden.
-  - Docenten werken methode gericht.
     Veel docenten werken op school met een vaste methode. Methodes zorgen zelden voor maatwerk. Dat werkt teaching to the test in de hand. Voor het schrijven van een eigen methode en vertrouwen op eigen kunnen is er vaak handelingsverlegenheid. 

I    Bedreigingen:

     - Krimp in de regio.
      De leerling aantallen in Brabant lopen terug. Dat betekent ook minder financiële middelen vanuit de regering. En dat zorgt dan voor minder investeren in het aanpassen van schoolgebouw aan de toekomst en in de investering van IT. Dat vertraagt het veranderingsproces.
    - Docent is opgevoed met bestaand schoolsysteem.
     De veranderende visie op op onderwijs vraagt om een grote aanpassing van de docenten. Docentgestuurd onderwijs zit haast in de genen van de docent. Op het ds. Piersoncollege is dat niet anders. Er zijn bestaande niveaus verdeeld in leerjaren. Het loslaten van het bekende brengt veel onzekerheid.
    - Beperkte it vaardigheden docenten.
      It vaardigheden zijn voor de meeste docenten niet vanzelfsprekend. Het aanleren van die vaardigheden en de toepassing daarvan vraagt tijd en oefening. Veel van de docenten ervaren dat als werkdruk. Hierdoor komt de verandering traag op gang. 
   - Docenten denken vanuit sturing docent, niet vanuit de ontwikkeling leerling  
     Waarom anders doen wat best goed werkt? De lerende aan het stuur vraagt om vertrouwen in het eigen kunnen van de lerende. En van het loslaten van de klassieke visie op docentschap. Op de Pierson wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van de 21ste century skills. 



dinsdag 10 maart 2015

Brainstormen over quest 3 SWOT analyse

De eisen zijn:

- Beschrijving 3 elementen per categorie van SWOT (4x2= 8p) 

- Beschrijving van samenhang tussen de verschillende categorieën van SWOT (1p) 

- Beschrijving van benutting peerfeedback (1p)




Het flexibel leercentrum

Onderwijs geven in 2030 vindt plaats in een gebouw dat bestaat uit flexibele werkruimtes. Anno 2030 wordt in deze leercentra samengewerkt met de omgeving om het leren van lerende te faciliteren, een center of expertise. Deze leercentra zijn plaatsen waar onderwijs is verbonden met het bedrijfsleven, het werkveld en andere instanties en instellingen. De plaats om onderwijs te verkrijgen is daarmee afhankelijk van de gekozen studieroute, maar de studieroute kan op verschillende plaatsen gevolgd worden. De multidisciplinaire samenwerking met het werkveld en het bedrijfsleven is door de leercentra afgelopen jaren opgezet en uitgebouwd. Daardoor zijn er inmiddels voldoende bedrijven en instellingen met diverse werksituaties om voor elke lerende een passende leeromgeving te bieden. Leercentra zijn een plek waar lerenden naast en van elkaar leren. De lerende bepaalt de studieroute en daarmee ook de plaats afhankelijke situatie. Al in 2010 werd door Kistner et al. (2010) beschreven dat het vermogen om het eigen leren te reguleren, steeds belangrijker zou worden vanwege ‘een leven lang leren’ dat door de maatschappij vereist zou worden. Ook Volman en Ledoux (2011) spraken in 2011 over dat het goed zou zijn als de lerende zelf kon bepalen waar ze mee bezig wilden zijn en dat de lerende daarmee de eigen talenten konden ontdekken. Zo kwam er steeds meer vrijheid om jezelf te ontwikkelen (Biesta, 2014) en werden vakken leergebieden waar de lerenden op verschillende manieren aan konden werken. Naast de personalisering van de eigen leerroute is het krijgen van feedback heden ten dagen in 2030 de normaalste zaak van de wereld geworden. Het geven van feedback en krijgen van (peer) feedback is een vast onderdeel van het programma (Hattie & Timperly, 2007). Leermiddelen zijn gepersonaliseerd zoals in 2014 al werd geschreven door Ouden, Valkenburg en Brok (2014). Deze leermiddelen zijn de afgelopen 15 jaar doorontwikkeld. De lerende heeft een eigen app voor het opbouwen van een portfolio. Diploma’s, die in 2015 nog van grote waarde waren, zijn afgeschaft en door het opbouwen van een portfolio ontwikkeld iedere lerende zijn “eigen marktwaarde”(Staes, 2012). De lerende bouwt dit portfolio op vanaf het eerste jaar dat er onderwijs gevolgd wordt en bevat een leven lang aantoonbaar materiaal voor zowel de schoolcarrière als de maatschappelijke carrière die daarop volgt. Dit portfolio wordt door de overheid gefaciliteerd in de cloud op een beveiligde plaats.

Belangrijke dingen onderstreept...
Daarna op papier verder:

donderdag 26 februari 2015

Netwerk feedback

Niets is leuker dan om in gesprek te gaan over onderwijs met enigzins gelijk gestemden. Gesprekken leveren inspiratie en ideeën op wat zou kunnen. Maar ook je eigen ideeen spiegelen aan de visie van anderen. Verandering voelt zo heel dichtbij.
In mijn netwerk heb ik Ramon Moorlag, mijn collega, gevraagd om feedback te geven op quest 2. Ramon werkt ook bij Agora. De school die al heel ver is met vernieuwend onderwijs. Reden te meer om Ramon te vragen.

Zijn feedback was de volgende:


Een lekker kortdoordebochtje, een grote lepel snel leeg of grote schoenen maken veel afstand.
De vier scenario's omschreven zijn duidelijk, direct en to the point. Een sterk literatuuronderzoek kenmerkt ieder scenario. Veel van deze stukken heb ik gelezen; ik ken de materie. Het geeft een duidelijke richting aan de vier scenario's en kan een goede start geven voor het beginnen met onderwijsinnovatie in de eigen schoolcontext. 

Het noemen van Jan Fasen (en zijn blog janfasen1) deed mijn hart sneller slaan. En met dezelfde snelle hartslag lees ik Agora in Zelf leren op locatie. Persoonlijker, meer feedbackmomenten en elkaar echt zien. Daar draait het in mijn beroepspraktijk om. (en ik zou zeker het stuk van prof. dr. Rob Martens over Radicalisering niet vergeten te noemen). 


zondag 22 februari 2015

Peerfeedback vraag aan Nicole S.

He Nicole,

Wil jij in mijn kwadrant beschrijvingen kijken naar mijn APA en naar de inhoud? Volgens mij ben jij daar heel goed in! Dan nog een vraag: kun jij er uithalen dat het voor het vo is? 
Dank!

Peer feedback vraag aan Judith

He Judith,

Zou jij voor mij willen kijken naar mijn beschrijving van mijn kwadranten. Zijn de verhalen consistent  en lopen ze goed door? Je bent in mijn beleving een vlotte schrijver die er kijk op heeft.
Dank!

Quest 2

Wat een lastige opdracht zeg! Nadenken over onderwijs en hoe het vorm zo kunnen krijgen is uitdagend maar goed te doen. Door alle voorbeelden uit mijn eigen onderwijspraktijk en de verschillende bronnen van denkers over onderwijs kan ik een beeldvormen hoe het er uit zou moeten zien.
Bij deze quest moet je gericht scenario's uitdenken hoe je de mogelijkheden ziet naar aanleiding van onze vastgestelde kwadranten. Onderbouwt met relevante bronnen en ook nog met back-casting. Dat ging niet zonder slag of stoot.. Ik heb er ouderwetse mindmaps bij moeten maken om het helder te krijgen (zie mijn vorige post)
Ik ben nog niet helemaal tevreden over de titels per scenario. Maar dat kan ik later nog wel aan passen.
Mijn kwadrant ziet er als volgt uit:

Scenario 1:

Zelf leren op locatie

Het is bijna niet voor te stellen maar in 2015 was het echt niet gebruikelijk dat je zelf mocht bepalen waaraan je ging werken en op welke manier je dat wilde aanpakken. Leerlingen hadden heel veel verschillende vakken en ze moesten allemaal het zelfde doen. De centrale examens hadden maar weinig te maken met wat je later wilde worden. Devices bestonden wel maar niet alle docenten wisten precies wat ze ermee moesten. Wifi in de scholen kwam pas net op. Er kwamen wel allerlei nieuwe visies op onderwijs naar voren. Volman & Ledoux, (2011) spraken toen over dat het goed zou zijn als leerlingen zelf konden bepalen waar ze mee bezig wilden zijn en zo hun eigen talenten konden ontdekken.  Er waren wel experimenten die een beetje aansloten zoals we het nu doen. Er kwam  steeds meer vrijheid om jezelf te ontwikkelen (Biesta, 2014) en vakken werden leergebieden waarin de leerlingen op verschillende manieren aan konden werken. We konden alleen of in leerteams werken (Fasen, 2010). De docenten waren vaker coach en werden in gezet als talent versnellers (Biesta, 2014) De onderwijsraad (2014) had toen ook een plan geschreven waarin leren naast cognitief ook een sociaal proces was waarin leren met en van elkaar het meeste leer-  en ontwikkelrendement op zou leveren. Nieuwe media kwam toen ook heel snel op en Velde-van Aken,(2011) had onderzocht dat die nieuwe media een bijdrage zou leveren aan de beroeps voorbereiding van ons allemaal. Als ze nu bij ons langs zouden komen dan weten ze niet wat ze zien! We hebben allerlei super relaxte leeromgevingen waar we terecht kunnen om onze tasks en questen te kunnen doen. We hebben samen met onze mentoren een plan gemaakt waarmee, met wie en hoe we ons ontwikkelen per kwartaal. En welke leercyclussen we doorlopen. De leeromgevingen zijn aangepast aan de leergebieden. We kunnen met augmented reality (Wu, Lee, Chang & Liang, 2013) alle werksituaties nabootsen. Het voordeel van deze manier van leren is dat we weten waar we mee bezig zijn en dat we doen aansluit bij ons en wat we willen onderzoeken. We zijn allemaal graag op school. Iedereen is daar en we kunnen met de hele wereld in contact komen. 
De wereld ligt aan onze voeten!

literatuur: 

Biesta, G. (2014). The beautiful risk of education. Paradigm.

Fasen, J. (2015). De 1000-dagen-missie van United4Education. Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: https://jan1fasen.wordpress.com

Ledoux, G., & Volman, M. (2011). Op zoek naar talent: talentontwikkeling op Expeditiescholen.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2014). Toekomstgericht funderend onderwijs. Den Haag

Velde-van Aken, H. (2011). Een ICT rijke studiewijzer.

Wu, H. K., Lee, S. W. Y., Chang, H. Y., & Liang, J. C. (2013). Current status, opportunities and challenges of augmented reality in education. Computers & Education62, 41-49.



Scenario 2

Zelf alomvattend leren

Stel je voor nog maar 15 jaar geleden bepaalden de docenten wat je moest weten en op welke manier je dan ging leren. Dan zat je met z'n allen in de klas en kreeg je een korte uitleg wat je moest doen en daarna ging je aan het werk. Iedereen maakte de zelfde opgaven. Dan kreeg je aan het eind van de periode een toets. Je kon niet versnellen, niet vertragen of dat wat je al wist overslaan. Laat staan zelf bedenken wat je interesse was en op welke manier je dat wilde verwerken. Dat moet toch echt heel saai en on-inspirerend zijn geweest. Gelukkig waren er scholen die het anders wilden doen (tegenlicht 2015). Ze gingen kijken op welke manier het anders kon. Volgens De Visser (2015) zou een school een plaats moeten zijn waar ontdekken en leren als vanzelf gaat waar de passie van af spat. Een omgeving waar je overal groei, nieuwsgierigheid en beweging kunt voelen, en waar talent alle kansen krijgt. Creativiteit is er de motor, en passie is er de brandstof voor talent. Op een van die scholen werd het rooster geschrapt en werden vakken leergebieden en konden de leerlingen zelf bedenken op welke wijze en wat ze op welk moment wilden aanpakken en ook nog hoe. Waar je stond en wat je bezig hield werd digitaal bij gehouden.
Wat ook heel belangrijk werd was je welzijn en welbevinden (Biesta. 2014). De 21st centuryskills (Voogt & Roblin, 2010) in relatie met onderwijs  stonden toen nog in de kinderschoenen. Nu ziet het er helemaal anders uit. 21st century skills (Voogt & Roblin, 2010) zijn helemaal van ons. We zijn de 21st century kids. School is overal en nergens, leren is alomtegenwoordig. Je kunt kiezen om naar school te gaan of ergens in een bedrijf aan het leren te zijn. Je leert soms alleen en meestal in leergroepen. Dat kan in Nederland zijn of ergens anders ter wereld. Je kan communiceren met iedereen. Nieuwe media is belangrijk onderdeel van leren. Alle digitale middelen zijn beschikbaar om je ten volle te kunnen ontwikkelen  De docent is een gelijkwaardige die met je mee kijkt en je waardeert om wie je bent. 
Leren voelt als verwonderen!

Literatuur:

Biesta, G. (2014). The beautiful risk of education. Paradigm.

Tegenlicht. (2015). De onderwijzer aan de macht. Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/onderwijzer-aan-de-macht.html

De Visser, P. (2015). Schoolreportage stad en esch. Geraadpleegd op 20 februari 2015 van:
http://nivoz.nl/artikelen/schoolreportage-stad-esch-in-meppel-hallo-21e-eeuw-wij-zijn-een-school-waar-de-passie-van-af-spat/

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer.


Scenario 3

Samen alomvattend leren

Nu is het heel gewoon als je zelf mag bepalen waar, met wie en hoe je wil leren. 15 jaar geleden stond dat nog in de kinderschoenen. Toen werden docenten heel zenuwachtig van het idee dat de leerlingen best wel konden bepalen of ze school nodig hadden of een andere leeromgeving. De scholen werden afgerekend op kernvakken en examenpercentages (Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap 2011). Dat merkte je ook aan het onderwijs. De vakken waren afgestemd op de exameneisen. De eisen waren heel kennisgericht. Gelukkig kwam er wel een omslag (tegenlicht 2015) . Nieuwe media en 21st century skills (Voogt & Roblin, 2010) werd steeds belangrijker en dat zorgde ervoor dat docenten en leerlingen een andere visie op onderwijs kregen. Gaande weg waren er geen niveaus meer, de deelvaardigheden werden gesplitst en ze leerden samen en onderzoekend met onderwijs in thema's (Ploegman, 2013). Dat werd bijgehouden in een digitale omgeving waar docenten ( experts) konden bijhouden waar iedereen was gebleven. Het werd een intensieve samenwerking tussen leerling, ouders en school (Ploegman, 2013) met als doel de leerling optimaal voor te bereiden op de toekomst. Nu is er nog meer veranderd. Eerst ga je ontdekken wie je bent en waar je talenten liggen. We hebben het over hoe je kritisch naar jezelf kan kijken en wat nu precies verantwoordelijkheid is. Na het eerste jaar ken jezelf heel goed en dus je onderwijzer/mentor/coach kent je ook. Dan is het ook duidelijk op welke manier je je het best kan ontwikkelen en wat je daarvoor nodig hebt. School mag maar moet niet. Als je denkt dat ergens anders beter/ meer jezelf meer kan ontwikkelen dan kan dat. De school en alle ouders hebben een uitgebreid netwerk waar we terecht kunnen. Alles in overleg natuurlijk. Kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling zijn nog steeds nodig om te worden wat we willen. Onze docenten kijken over onze schouders met ons mee. 
Wij mogen zelf bepalen hoe!

literatuur:

Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap (2011). Actieplan beter presteren. Den Haag

Ploegman, M. (2013). Van adaptief onderwijs naar een adaptieve school.


Tegenlicht. (2015). De onderwijzer aan de macht

Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/onderwijzer-aan-de-macht.html

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Kennisnet.

Scenario 4

Samen leren op locatie

Vijftien jaar geleden was school een moetje! Nu is het een magje.. Onvoorstelbaar dat dat nog maar zo kort geleden is. Ik zal je uitleggen hoe dat komt. Op school wist je precies hoe je dag eruit zou gaan zien. Welke vakken je zou gaan doen en dat je zou beginnen met een uitleg en dan de stof mag geen verwerken. Soms wat filmpjes en ook nog wel een quizje.
Kon je niet mee met het gemiddelde dan bleef je zitten of zakte je een niveau. Snapte je alles dan moest je extra werk doen. Verdiepen en verbreden noemden ze dat dan (Blaas, Buurman, Hoogland, Kos & Stam, 2012). Je talenten ontwikkelen dat kon niet echt. Pff echt heel saai! In het sectorakkoord (2014) kregen de scholen meer vrijheid van onderwijs. De scholen gingen experimenteren om onderwijs meer aan te laten sluiten bij wat we nodig zouden hebben voor de toekomst. De school gingen ze op een andere manier inrichten. Vanaf ongeveer 10 jaar kwam er het junior college (Onderwijsraad, 2010), het onderwijs werd project gericht, er kwamen leergebieden, de eindtermen werden aangepast aan de wensen van velen. Leerlingen, ouders, docenten, bedrijven en scholen kregen inspraak in onderwijs en daardoor eigenaarschap. Onderwijs werd een zaak van allen. De docent werd roerganger. De docent ging er toe doen (Stevens, 2010). Scholen gingen langer open. Er was ook geen minimaal aantal uren meer. Dat wat je nodig had aan uren van hulp en begeleiding gebruikte je. Je persoonlijke doelen stonden centraal en samen met je docent bepaalde je hoe je die ging verwezenlijken. ( Peetsma, Derriks & Van Gelderen, 2006). Nu is het nog anders. Ze hebben de goede dingen behouden zoals vrijheid van uren enz. Gezien en gehoord worden daar gaat het om. Je leert zoals je bent. Je ontwikkelt je continu. School is daarvoor de ideale plek. Alles vind daar plaats. Als je ervoor kiest heb je college. Wil je dat niet dan schuif je bij een ander groepje die samen met een docent het onderwerp bekijkt. We denken samen op. De zwakkeren worden ondersteund door de sterkeren. Je ontwikkelt je op alle vlakken. Tegen de tijd dat je een jaar of 15 bent schuif je door naar een meer volwassen vorm van onderwijs.   We zijn zelfstandig denkende individuen. We hebben samen onze leeftijd-/denk /ervarings- genoten verschillende trajecten doorlopen. Super fijn dat onze mentoren zo wijs zijn. Mijn mentor noemde dat pedagogische sensitiviteit (Van Manen, 2014) Later zullen wij degenen zijn de leerlingen van straks zullen ondersteunen! 

literatuur: 

Blaas,J. Buurman, B, Hoogland,C., Kos, M., Stam, M. (2012). Zijn scholen klaar voor excellentie?

Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap. (2014). Sectorakkoord VO 2014-2017


Onderwijsraad (2010). Vroeg of laat. Advies over de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.


Peetsma, T., Derriks, M., & Van Gelderen, A. (2006). Leren van het nieuwe leren: casestudies in het voortgezet onderwijs.


Stevens, L. (2010). Zin in onderwijs. Heerlen: Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum


Van Maanen, M. (2014) Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen.

Verkregen op 22 februari 2015 van:
http://nivoz.nl/artikelen/het-boek-van-max-van-manen-raakt-je-aan-met-huid-en-haar/

Dan rest mij nog om mijn leerteam te adviseren welk scenario het beste zou zijn. Toen we aan het begin stonden van deze quest dacht alles dat alles vrij (plaats onafhankelijk en lerende aan het stuur) me vast de meest zou aanspreken en dat ik dat ook het makkelijkste scenario zou vinden  om uit te werken. Dat bleek niet zo te zijn. Mij spreekt nu plaats onafhankelijk- lerende aan het stuur het meest aan omdat ik daar de meeste kansen zie. Motivatie is nu een groot probleem. Ik denk dat met de lerende aan het stuur dat dat probleem voor een groot deel is opgelost. De lerende bepaalt wat en hoe. Maar de relatie met de docent en het sociale aspect is zo van wezenlijk belang dat een leeromgeving heel belangrijk is. De it gaat in dit scenario een groot onderdeel zijn. Maar visie over onderwijs nog veel meer!
Dus vandaar dat ik dit scenario zou aanprijzen!