zondag 22 februari 2015

Quest 2

Wat een lastige opdracht zeg! Nadenken over onderwijs en hoe het vorm zo kunnen krijgen is uitdagend maar goed te doen. Door alle voorbeelden uit mijn eigen onderwijspraktijk en de verschillende bronnen van denkers over onderwijs kan ik een beeldvormen hoe het er uit zou moeten zien.
Bij deze quest moet je gericht scenario's uitdenken hoe je de mogelijkheden ziet naar aanleiding van onze vastgestelde kwadranten. Onderbouwt met relevante bronnen en ook nog met back-casting. Dat ging niet zonder slag of stoot.. Ik heb er ouderwetse mindmaps bij moeten maken om het helder te krijgen (zie mijn vorige post)
Ik ben nog niet helemaal tevreden over de titels per scenario. Maar dat kan ik later nog wel aan passen.
Mijn kwadrant ziet er als volgt uit:

Scenario 1:

Zelf leren op locatie

Het is bijna niet voor te stellen maar in 2015 was het echt niet gebruikelijk dat je zelf mocht bepalen waaraan je ging werken en op welke manier je dat wilde aanpakken. Leerlingen hadden heel veel verschillende vakken en ze moesten allemaal het zelfde doen. De centrale examens hadden maar weinig te maken met wat je later wilde worden. Devices bestonden wel maar niet alle docenten wisten precies wat ze ermee moesten. Wifi in de scholen kwam pas net op. Er kwamen wel allerlei nieuwe visies op onderwijs naar voren. Volman & Ledoux, (2011) spraken toen over dat het goed zou zijn als leerlingen zelf konden bepalen waar ze mee bezig wilden zijn en zo hun eigen talenten konden ontdekken.  Er waren wel experimenten die een beetje aansloten zoals we het nu doen. Er kwam  steeds meer vrijheid om jezelf te ontwikkelen (Biesta, 2014) en vakken werden leergebieden waarin de leerlingen op verschillende manieren aan konden werken. We konden alleen of in leerteams werken (Fasen, 2010). De docenten waren vaker coach en werden in gezet als talent versnellers (Biesta, 2014) De onderwijsraad (2014) had toen ook een plan geschreven waarin leren naast cognitief ook een sociaal proces was waarin leren met en van elkaar het meeste leer-  en ontwikkelrendement op zou leveren. Nieuwe media kwam toen ook heel snel op en Velde-van Aken,(2011) had onderzocht dat die nieuwe media een bijdrage zou leveren aan de beroeps voorbereiding van ons allemaal. Als ze nu bij ons langs zouden komen dan weten ze niet wat ze zien! We hebben allerlei super relaxte leeromgevingen waar we terecht kunnen om onze tasks en questen te kunnen doen. We hebben samen met onze mentoren een plan gemaakt waarmee, met wie en hoe we ons ontwikkelen per kwartaal. En welke leercyclussen we doorlopen. De leeromgevingen zijn aangepast aan de leergebieden. We kunnen met augmented reality (Wu, Lee, Chang & Liang, 2013) alle werksituaties nabootsen. Het voordeel van deze manier van leren is dat we weten waar we mee bezig zijn en dat we doen aansluit bij ons en wat we willen onderzoeken. We zijn allemaal graag op school. Iedereen is daar en we kunnen met de hele wereld in contact komen. 
De wereld ligt aan onze voeten!

literatuur: 

Biesta, G. (2014). The beautiful risk of education. Paradigm.

Fasen, J. (2015). De 1000-dagen-missie van United4Education. Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: https://jan1fasen.wordpress.com

Ledoux, G., & Volman, M. (2011). Op zoek naar talent: talentontwikkeling op Expeditiescholen.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2014). Toekomstgericht funderend onderwijs. Den Haag

Velde-van Aken, H. (2011). Een ICT rijke studiewijzer.

Wu, H. K., Lee, S. W. Y., Chang, H. Y., & Liang, J. C. (2013). Current status, opportunities and challenges of augmented reality in education. Computers & Education62, 41-49.



Scenario 2

Zelf alomvattend leren

Stel je voor nog maar 15 jaar geleden bepaalden de docenten wat je moest weten en op welke manier je dan ging leren. Dan zat je met z'n allen in de klas en kreeg je een korte uitleg wat je moest doen en daarna ging je aan het werk. Iedereen maakte de zelfde opgaven. Dan kreeg je aan het eind van de periode een toets. Je kon niet versnellen, niet vertragen of dat wat je al wist overslaan. Laat staan zelf bedenken wat je interesse was en op welke manier je dat wilde verwerken. Dat moet toch echt heel saai en on-inspirerend zijn geweest. Gelukkig waren er scholen die het anders wilden doen (tegenlicht 2015). Ze gingen kijken op welke manier het anders kon. Volgens De Visser (2015) zou een school een plaats moeten zijn waar ontdekken en leren als vanzelf gaat waar de passie van af spat. Een omgeving waar je overal groei, nieuwsgierigheid en beweging kunt voelen, en waar talent alle kansen krijgt. Creativiteit is er de motor, en passie is er de brandstof voor talent. Op een van die scholen werd het rooster geschrapt en werden vakken leergebieden en konden de leerlingen zelf bedenken op welke wijze en wat ze op welk moment wilden aanpakken en ook nog hoe. Waar je stond en wat je bezig hield werd digitaal bij gehouden.
Wat ook heel belangrijk werd was je welzijn en welbevinden (Biesta. 2014). De 21st centuryskills (Voogt & Roblin, 2010) in relatie met onderwijs  stonden toen nog in de kinderschoenen. Nu ziet het er helemaal anders uit. 21st century skills (Voogt & Roblin, 2010) zijn helemaal van ons. We zijn de 21st century kids. School is overal en nergens, leren is alomtegenwoordig. Je kunt kiezen om naar school te gaan of ergens in een bedrijf aan het leren te zijn. Je leert soms alleen en meestal in leergroepen. Dat kan in Nederland zijn of ergens anders ter wereld. Je kan communiceren met iedereen. Nieuwe media is belangrijk onderdeel van leren. Alle digitale middelen zijn beschikbaar om je ten volle te kunnen ontwikkelen  De docent is een gelijkwaardige die met je mee kijkt en je waardeert om wie je bent. 
Leren voelt als verwonderen!

Literatuur:

Biesta, G. (2014). The beautiful risk of education. Paradigm.

Tegenlicht. (2015). De onderwijzer aan de macht. Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/onderwijzer-aan-de-macht.html

De Visser, P. (2015). Schoolreportage stad en esch. Geraadpleegd op 20 februari 2015 van:
http://nivoz.nl/artikelen/schoolreportage-stad-esch-in-meppel-hallo-21e-eeuw-wij-zijn-een-school-waar-de-passie-van-af-spat/

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer.


Scenario 3

Samen alomvattend leren

Nu is het heel gewoon als je zelf mag bepalen waar, met wie en hoe je wil leren. 15 jaar geleden stond dat nog in de kinderschoenen. Toen werden docenten heel zenuwachtig van het idee dat de leerlingen best wel konden bepalen of ze school nodig hadden of een andere leeromgeving. De scholen werden afgerekend op kernvakken en examenpercentages (Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap 2011). Dat merkte je ook aan het onderwijs. De vakken waren afgestemd op de exameneisen. De eisen waren heel kennisgericht. Gelukkig kwam er wel een omslag (tegenlicht 2015) . Nieuwe media en 21st century skills (Voogt & Roblin, 2010) werd steeds belangrijker en dat zorgde ervoor dat docenten en leerlingen een andere visie op onderwijs kregen. Gaande weg waren er geen niveaus meer, de deelvaardigheden werden gesplitst en ze leerden samen en onderzoekend met onderwijs in thema's (Ploegman, 2013). Dat werd bijgehouden in een digitale omgeving waar docenten ( experts) konden bijhouden waar iedereen was gebleven. Het werd een intensieve samenwerking tussen leerling, ouders en school (Ploegman, 2013) met als doel de leerling optimaal voor te bereiden op de toekomst. Nu is er nog meer veranderd. Eerst ga je ontdekken wie je bent en waar je talenten liggen. We hebben het over hoe je kritisch naar jezelf kan kijken en wat nu precies verantwoordelijkheid is. Na het eerste jaar ken jezelf heel goed en dus je onderwijzer/mentor/coach kent je ook. Dan is het ook duidelijk op welke manier je je het best kan ontwikkelen en wat je daarvoor nodig hebt. School mag maar moet niet. Als je denkt dat ergens anders beter/ meer jezelf meer kan ontwikkelen dan kan dat. De school en alle ouders hebben een uitgebreid netwerk waar we terecht kunnen. Alles in overleg natuurlijk. Kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling zijn nog steeds nodig om te worden wat we willen. Onze docenten kijken over onze schouders met ons mee. 
Wij mogen zelf bepalen hoe!

literatuur:

Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap (2011). Actieplan beter presteren. Den Haag

Ploegman, M. (2013). Van adaptief onderwijs naar een adaptieve school.


Tegenlicht. (2015). De onderwijzer aan de macht

Geraadpleegd op 2 februari 2015, van: tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/onderwijzer-aan-de-macht.html

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Kennisnet.

Scenario 4

Samen leren op locatie

Vijftien jaar geleden was school een moetje! Nu is het een magje.. Onvoorstelbaar dat dat nog maar zo kort geleden is. Ik zal je uitleggen hoe dat komt. Op school wist je precies hoe je dag eruit zou gaan zien. Welke vakken je zou gaan doen en dat je zou beginnen met een uitleg en dan de stof mag geen verwerken. Soms wat filmpjes en ook nog wel een quizje.
Kon je niet mee met het gemiddelde dan bleef je zitten of zakte je een niveau. Snapte je alles dan moest je extra werk doen. Verdiepen en verbreden noemden ze dat dan (Blaas, Buurman, Hoogland, Kos & Stam, 2012). Je talenten ontwikkelen dat kon niet echt. Pff echt heel saai! In het sectorakkoord (2014) kregen de scholen meer vrijheid van onderwijs. De scholen gingen experimenteren om onderwijs meer aan te laten sluiten bij wat we nodig zouden hebben voor de toekomst. De school gingen ze op een andere manier inrichten. Vanaf ongeveer 10 jaar kwam er het junior college (Onderwijsraad, 2010), het onderwijs werd project gericht, er kwamen leergebieden, de eindtermen werden aangepast aan de wensen van velen. Leerlingen, ouders, docenten, bedrijven en scholen kregen inspraak in onderwijs en daardoor eigenaarschap. Onderwijs werd een zaak van allen. De docent werd roerganger. De docent ging er toe doen (Stevens, 2010). Scholen gingen langer open. Er was ook geen minimaal aantal uren meer. Dat wat je nodig had aan uren van hulp en begeleiding gebruikte je. Je persoonlijke doelen stonden centraal en samen met je docent bepaalde je hoe je die ging verwezenlijken. ( Peetsma, Derriks & Van Gelderen, 2006). Nu is het nog anders. Ze hebben de goede dingen behouden zoals vrijheid van uren enz. Gezien en gehoord worden daar gaat het om. Je leert zoals je bent. Je ontwikkelt je continu. School is daarvoor de ideale plek. Alles vind daar plaats. Als je ervoor kiest heb je college. Wil je dat niet dan schuif je bij een ander groepje die samen met een docent het onderwerp bekijkt. We denken samen op. De zwakkeren worden ondersteund door de sterkeren. Je ontwikkelt je op alle vlakken. Tegen de tijd dat je een jaar of 15 bent schuif je door naar een meer volwassen vorm van onderwijs.   We zijn zelfstandig denkende individuen. We hebben samen onze leeftijd-/denk /ervarings- genoten verschillende trajecten doorlopen. Super fijn dat onze mentoren zo wijs zijn. Mijn mentor noemde dat pedagogische sensitiviteit (Van Manen, 2014) Later zullen wij degenen zijn de leerlingen van straks zullen ondersteunen! 

literatuur: 

Blaas,J. Buurman, B, Hoogland,C., Kos, M., Stam, M. (2012). Zijn scholen klaar voor excellentie?

Ministerie onderwijs, cultuur en wetenschap. (2014). Sectorakkoord VO 2014-2017


Onderwijsraad (2010). Vroeg of laat. Advies over de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.


Peetsma, T., Derriks, M., & Van Gelderen, A. (2006). Leren van het nieuwe leren: casestudies in het voortgezet onderwijs.


Stevens, L. (2010). Zin in onderwijs. Heerlen: Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum


Van Maanen, M. (2014) Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen.

Verkregen op 22 februari 2015 van:
http://nivoz.nl/artikelen/het-boek-van-max-van-manen-raakt-je-aan-met-huid-en-haar/

Dan rest mij nog om mijn leerteam te adviseren welk scenario het beste zou zijn. Toen we aan het begin stonden van deze quest dacht alles dat alles vrij (plaats onafhankelijk en lerende aan het stuur) me vast de meest zou aanspreken en dat ik dat ook het makkelijkste scenario zou vinden  om uit te werken. Dat bleek niet zo te zijn. Mij spreekt nu plaats onafhankelijk- lerende aan het stuur het meest aan omdat ik daar de meeste kansen zie. Motivatie is nu een groot probleem. Ik denk dat met de lerende aan het stuur dat dat probleem voor een groot deel is opgelost. De lerende bepaalt wat en hoe. Maar de relatie met de docent en het sociale aspect is zo van wezenlijk belang dat een leeromgeving heel belangrijk is. De it gaat in dit scenario een groot onderdeel zijn. Maar visie over onderwijs nog veel meer!
Dus vandaar dat ik dit scenario zou aanprijzen!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten